olijfboom en de geschiedenis
In heel Palestina zijn zo’n zeven miljoen bomen te vinden die gemiddeld zo’n twee- á driehonderd jaar oud zijn. De inheemse boom is de Romeinse boom die Rumi genoemd wordt. De eerste tamme olijfbomen in deze regio werden al meer dan 6.000 jaar geleden gekweekt. De oudste olijfboom in Palestina staat in het dorp Al-Walaja en is maar liefst 4.500 jaar oud.
Olijfboom en de Palestijnen
Palestijnen voelen op veel verschillende manieren - biologisch, cultureel en religieus - een connectie met de olijfboom. In de loop van de tijd is de olijfboom een symbool geworden van vrede, hoop, wijsheid en welvaart. Voor de Palestijnen is daar een specifieke betekenis bijgekomen. De olijfboom is een symbool geworden voor de verbondenheid met het land. Sinds de Israëlische bezetting is het symbool steeds belangrijker geworden. Palestijnse vluchtelingen in de diaspora dragen vaak sieraden die de vorm hebben van een olijfboom.
Olijfboom en de olijf
De olijfboom is voor veel Palestijnen een belangrijke bron van inkomsten. Meer dan 70.000 boeren bezitten olijfbomen en nog meer mensen voorzien in hun levensonderhoud door diverse activiteiten rondom de olijfboom. Voor het groeien van olijven heeft een Palestijnse boer voor het grootste gedeelte van het jaar genoeg aan regenwater, alleen in juli en augustus is het nodig om in beide maanden een keer extra water te geven. Olijfbomen kweken vergt geduld. Slechts vijftien procent van de jonge bomen overleeft natuurlijk, maar door menselijke verzorging zoals land ploegen, snoeien en bijwateren in de zomer, stijgt dat percentage naar 85 procent. Het duurt circa tien jaar voor een boom zijn gemiddelde produceert. De eerste olijven kunnen al na vier jaar worden verwacht. De olijf heeft een hoge voedingswaarde. Het geeft de olie met het laagste cholesterolgehalte en versterkt het immuunsysteem.
Één boom geeft negen kilo olijven welke geperst worden tot ongeveer twee liter olijfolie. Honderd bomen leveren ongeveer 3.000 euro op, maar de meeste olie is voor eigen gebruik. Naast inkomsten uit olie en olijven voor consumptie, genereert de olijfboom ook inkomsten door zijn hout dat gebruikt wordt voor handwerk of als brandstof. De olie wordt ook gebruikt om zeep van te maken.
Gesponsorde olijfbomen worden volledig aan de Palestijnse boeren gegeven. Zij mogen alles dat de boom geeft gebruiken voor eigen consumptie of het verkopen.
Olijfboom en de bezetting
Palestijnse boeren wonen niet op hun land zoals Nederlandse boeren. Zij wonen in een dorp of stad en bezitten grond buiten de bebouwde kom. Door de Israëlische bezetting en kolonisatie kunnen boeren moeilijk of niet meer bij hun land komen. Door obstakels zoals de muur, de Israëlische nederzettingen en de snelwegen die Palestina doorkruisen waar alleen Israëliërs gebruik van mogen maken. Daarnaast worden veel olijfbomen ontworteld en vernield door de kolonisten en het Israëlische leger. Sinds de stichting van de staat Israël zijn er meer dan één miljoen Palestijnse olijfbomen verloren gegaan. Jaarlijks worden er gemiddeld 10.000 bomen ontworteld. Vijftig- tot zestigduizend bomen zijn ontoegankelijk vanwege de muur die het Israëlische regime bouwt. Ook uitbreidingen van de Israëlische nederzettingen en de aanleg van snelwegen die de nederzettingen met elkaar en met Israël verbinden, zijn belangrijke redenen voor de vernieling van olijfbomen.