Foto: Mustafa & Muhammad Amira, foto van Iyad Hadad, B'Tselem
Mustafa (13) en Muhammad (15) Amira, twee neefjes uit het dorp Ni'lin in het district Ramallah, speelden op het land van hun familie. De tieners speelden met plastic flessen, die ze opbliezen met wasmiddel en aluminiumfolie.
Ongeveer een kilometer verderop, bij de poorten in de muur, lagen meer dan tien soldaten soldaten onder bomen uit te rusten en keken naar hen terwijl ze speelden. Na ongeveer een uur werden twee met rubber beklede stalen kogels op de tieners afgevuurd. Een half uur later arresteerden de soldaten hen gewelddadig.
“Een van de soldaten zei me op de grond te gaan zitten en toen bonden ze mijn handen stevig op mijn rug vast. Dat doet veel pijn. Toen arriveerde er nog een soldaat. De eerste pakte mijn hoofd en wreef het over de grond, op de stenen en het vuil. Ik schreeuwde van de pijn en voelde dat ik bloedde. Toen zette een van hen zijn voet op mijn rug en stompte me een paar keer in mijn gezicht.”
Israëlische soldaten sloegen en hielden de twee kinderen vast. In hechtenis werden de kinderen ondervraagd. Ze stopten ze in een vrieskamer met natte matrassen en gaven ze 24 uur lang alleen water en droge koekjes.
“Rond 01:00 uur ‘s nachts stopten ze ons in een jeep, bonden onze benen vast en brachten ons naar een militair kamp. Ik weet niet waar het was.
Ze stopten ons in een kamer met de airconditioning aan en het was zo koud, als een koelkast. Ze gaven ons natte matrassen. Onze kleren werden nat van de matrassen en we rilden. We konden niet echt slapen, ondanks de uitputting.”
Mustafa van 13 tekende een Hebreeuws document waarvan hij de inhoud niet kent, Muhammad weigerde dat te doen. Van beiden werden vingerafdrukken en DNA afgenomen.
De volgende avond werden zij vrijgelaten en afgezet bij de ingang van hun dorp Nil'in op de Westoever. Hun familie was daarover niet geïnformeerd, een andere bewoner van het dorp zag ze en bracht ze thuis.
Lees het hele verslag op de website van B'Tselem